recensies



FantasyWereld.nl (Richard Veldkamp)

Eerste indruk
De prachtige omslag is het eerste wat opvalt aan het boek. Het beeldt met een opvallend geschminkt persoon bij een onheilspellend circus meteen een van de verhalen uit (Als een beest in een kooi). Deze omslag, samen met de achterflaptekst, zorgen ervoor dat je al meteen in de wat duistere sfeer van het boek zit. Je verwacht dan wellicht een wat zware/neerslachtige bundel, maar gelukkig kan Thys met (zwartgallige) humor ook hier en daar een lichtere toon aanslaan.
Tom Thys heeft een vlotte en beeldende manier van schrijven. Hij neemt je telkens weer met een grote gang mee in het verhaal. Doordat de verhalen allemaal erg kort zijn heeft hij ook geen tijd om een verhaal rustig op te bouwen. In een paar alinea’s is het verhaal opgebouwd en zit je er middenin. En vervolgens is het verhaal ook weer voorbij voordat je het weet. Hierdoor is er echter ook bijna geen tijd om je echt te verliezen in een verhaal, en dat is jammer. Doordat de verhalen allemaal zo kort zijn, zijn de meeste personages niet erg uitgewerkt, het blijft allemaal wat oppervlakkig.
Genres
Er zijn zoals eerder gezegd 19 verhalen in deze bundel. Elk verhaal heeft een eigen thema en een eigen setting. Wat echter het knapste is, is dat elk verhaal zijn eigen schrijfstijl heeft. De ene keer schrijf Thys in de “Ik” vorm en het volgende weer niet. Het ene verhaal is zeer vlot geschreven en het andere weer vrij traag. Thys bewijst in “Volmaakt Monster” wel over een zeer gevarieerde schrijfstijl te bezitten en ook over een zeer fantasievolle geest.
Als lezer is het dan ook elke keer weer afwachten wat er gaat komen als je aan een nieuw verhaal begint.  Wat dat betreft springen ook de genres alle kanten op. Er is (voor mij) geen logische opbouw gemaakt qua volgorde van de verhalen in dat opzicht. Het ene verhaal is echt horror en het volgende is weer een typische SF. Deze mix van genres, thema’s en stijlen geeft de veelzijdigheid van Thys aan en het is verfrissend om na elk verhaal weer met geheel open vizier weer te beginnen aan een nieuw verhaal. Het betekent echter ook dat niet elk verhaal evenveel aanspreekt, meer dan andere meer homogenere verhalenbundels zouden kunnen.
Conclusie
Hoewel Thys bewezen heeft veel verschillende schrijfstijlen vaardig te zijn en blijk geeft aan een rijke fantasie, gaf dit boek mij aan het einde niet helemaal een bevredigend gevoel. Dit komt doordat het echt hele korte verhalen zijn, waar ik vaak net niet genoeg uit kon halen. De verhalen zijn zoals gezegd heel afwisselend, wat er ook voor zorgde dat de verhalen mij heel uiteenlopend wel of niet bevielen.

MagicTales.nl (Marielle)

Een verzamelbundel met zeer uiteenlopende verhalen. Zo volgen we onder andere het verhaal van een circusartieste welke vrij wil zijn, een kunstenaar met een bizarre expositie, een zombie en zijn levensloze bestaan, en een arts welke op zoek gaat naar een verklaring voor merkwaardige ziektesymptomen. 
Deze bundel is voor lezers die van een beetje pit houden een mooie bundel om te lezen. De verhalen zijn uiteenlopend van het hartverscheurende verhaal 'Tussenstop' naar verhalen met soms wel heel erg smerige details, zoals 'Club Bizarre', 'Eldorado', of 'Verstopt'. De auteur Tom Thys spreekt met zijn stijl van schrijven zeker tot de verbeelding. Ieder verhaal leest goed door, heeft een eigen soort humor of verdriet en je kunt je prima inleven in de personages, al is dat in sommige gevallen niet bepaald 'frisjes'. Sommige verhalen hebben een bijzondere ondertoon, zoals het verhaal 'Als beesten in een kooi'. We leren hieruit dat uiterlijk niet altijd belangrijk is, dat er mensen zijn met een groot hart. Of het verhaal 'Huis Knottnerus', waaruit we leren dat we niet te snel bevooroordeeld moeten zijn. Of het verhaal 'De wondertoren' dat ons verteld dat het beter is dat we niet altijd alles weten.
Sommige verhalen in deze bundel weten de spanning goed op te bouwen, zoals 'Volle maan', een kort verhaaltje, maar met een hoog spanningsniveau. Ook 'Droomloos' weet de spanning goed op te bouwen en het einde was zeker de moeite waard, hoewel je hier ook wel een stevige maag voor moet hebben. Maar ook bij 'Verstopt' is een sterke maag nodig. En dan is er nog het kleine verhaal 'Tussenstop' waarbij menig lezer een traan zal laten of toch zeker een steek in het hart zal voelen. Tom Thys weet in deze verhalenbundel verhalen neer te zetten van het genre fantasy en sience fiction. Het zijn sterk uiteenlopende verhalen, de een sterker dan de ander. Zo vond ik bijvoorbeeld 'Terra Incognita' zeer lijken op de film Nova Zembla met een einde wat me deed denken aan de film The Abyss. 'Tunnel des doods' is een verhaal waar nog wel eens realiteit in zou kunnen zitten, een flinke tegenhanger van 'Volmaakt monster', waar we zelf onze fantasy bij kunnen gebruiken. Al met al heeft elk verhaal iets, en maakt het dit samen een verhalenbundel die zeker de moeite waard is om te lezen.

Denachtvlinders.nl (Miriam Verhaaf)

Een ding wordt duidelijk na het lezen van de verhalenbundel ‘Volmaakt monster’: De verbeelding van auteur Tom Thys kent heel weinig grenzen. De lezer krijgt een diverse collectie verhalen voorgeschoteld waarin diverse gruwelijkheden en genres de revue passeren. Liefhebbers van gore kunnen hun hart ophalen met deze verhalenbundel.
‘Stel je een wereld zonder regenbogen voor, een lege doos die voller is dan ze op het eerste gezicht lijkt, een mysterieuze zwarte steen op de zuidpool, een wonderlijke kermisattractie in het oude Canterbury en een meisje dat noodgedwongen door het leven gaat als menselijke vergeetput. In negentien verhalen verkent de Vlaamse auteur Tom Thys de grenzen van horror, magisch realisme, science fiction en alles wat daartussen ligt, soms doordrenkt van zwartgallige humor, dan weer overladen met melancholie. Hij neemt de lezer mee van de Antwerpse ondergrondse metro naar het zinderend hete Australië, van de onherbergzame Barentszee in 1596 naar het dak van een wolkenkrabber in de futuristische stad Cytrica. Maak kennis met de geniale uitvinder Canavan, met Agnes die een monsterlijke metamorfose ondergaat en met de levendige verbeelding van kleine Georgie. Volg de heldhaftige pastoor Seraphin in zijn strijd tegen het kwaad en aanschouw het nieuwste kunstwerk van de mysterieuze Samaranq.’
Het eerste wat opvalt aan ‘Volmaakt monster’ is de smaakvolle omslag, die doet denken aan het Mexicaanse Dia de los Muertos. Vermoedelijk is de tekening gebaseerd op het verhaal ‘Als een beest in een kooi’ dat dieper ingaat op het leven van een trapezemeisje, wanneer ze in aanraking komt met ‘freak’ die ingezet wordt als publiekstrekker. Jammer van de omslag is wel het stuk tekst dat een auteur schrijft over één van de verhalen uit het boek. De bedoeling is waarschijnlijk om de lezers aan te zetten tot het kopen van het boek, maar in feite zegt het stuk tekst weinig. Wanneer je een boek in de boekhandel ziet liggen, wil je weten of het iets voor jou is. Denk hierbij aan ‘voor liefhebbers van Stephen King’ of ‘een adembenemend en filmische geschreven thriller over een meisje dat…’. Aan de opmerking dat iemand ergens krullen of smiley’s bij heeft gezet, heb je dan als lezer weinig.
Naast de zeer diverse verhalen heeft Thys een prettige en beeldende manier van schrijven. Bijvoorbeeld: ‘Het was alsof zijn droom een automatische deur was die even haperde, waardoor ze de kans gaf aan indringers om binnen te sluipen.’ Of ‘Toekomst bestond hier niet, tenzij een toekomst gedrenkt in de scharlakenrode kleur van bloed’. Sommige manieren van woordgebruik verraden dat Thys van Vlaamse afkomst is, zoals een ‘tas koffie’. Dit kom je als lezer een enkele keer tegen en is niet storend. Duidelijk aan de manier van schrijven is dat Thys zich voornamelijk thuis voelt in het fantastische genre. Er wordt naast horror, namelijk ook veel gebruik gemaakt van elementen uit de fantasy en de sciencefiction.
De bundel bevat negentien verhalen en het ene verhaal spreekt meer aan dan het andere. Neem bijvoorbeeld ‘Droomloos’; een dokter krijgt hierin een mysterieuze patiënt, die niet meer droomt. De worsteling van een dokter met een oude liefde worden hier heel mooi afgewisseld met een angstaanjagende ziekte en de bijzondere culturele achtergrond hiervan. ‘Bezoek’ is een vertelling met een groot science-fiction gehalte. De spanning wordt in dit verhaal heel subliem opgebouwd, door de lezer te laten zoeken naar antwoorden. Het verhaal heeft een mooi en onverwacht einde. Of ‘Als een beest in een kooi’. Een trapezemeisje, dat niets liever wil dan het circusleven en haar vader ontsnappen. Zij komt in aanraking met een misvormde jongen dat in het bezit is van een groot hart. De sfeer van het leven in een circus is overtuigend weergegeven. En tenslotte kun de liefhebbers van gore hun hart ophalen met verhalen als ‘Verstopt, ‘Club Bizarre’ en ‘Voor eeuwig’. Deze verhalen bevatten een hoop gruwelijke en walgelijke details en zijn dus niet voor de tere zieltjes onder ons.
Jammer is wel dat de personages wat tweedimensionaal zijn en niet altijd een even overtuigende ontwikkeling doormaken. Zo zegt Marco in ‘Club Bizarre’ van zichzelf dat hij een fetish heeft. Is het logisch als een personage dit over zichzelf zegt? Daarnaast lijkt hij zijn afwijking gemakkelijk te accepteren. Ook Agnes uit het titelverhaal ‘Volmaakt monster’ lijkt haar transformatie gemakkelijk te accepteren. Je zou in haar wat meer (menselijke) weerstand verwachten.‘
Daarbij roepen sommige verhalen vragen op. ‘Honger’ vertelt over een zombie, waarvan het lichaam half weggerot is. Opvallend hierbij het monster in kwestie zeer menselijk overkomt. Hersenen rotten in dat geval ook weg en zou iemand dan niet verwarder en meer monsterlijk over moeten komen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een stadium van dementie, waar iemand nog maar enkele heldere momenten kent? En zou het meisje in ‘De dag waarop ik weer gelukkig werd’ niet meer te maken moeten hebben met internet. Het verhaal speelt zich af in 2011. In dit jaar speelde het internet toch al een prominente rol in het leven van middelbare scholieren.
Het bovenstaande neemt niet weg, dat ‘Volmaakt monster’ een indrukwekkend diverse verhalenbundel is. Thys heeft een zeer rijke verbeelding en een beeldende prettige leesbare schrijfstijl. De soms wat tweedimensionale personages en de vragen die bepaalde verhalen oproepen, kan storend zijn.

Librorum Tractatus (Anthonie Holslag)

Ergens tijdens het lezen van dit boek, bedacht ik me dat dit boek “Volmaakt schoonheid” zou moeten heten ipv “Volmaakt monster“. Niet alleen omdat dit een supergoed boek is, want dat is het als je van een specifieke soort horror houdt, maar omdat schoonheid en monsterlijk twee subjectieve waarnemingen zijn die iets over de waarnemer zeggen en niets of weinig over degene die wordt geobserveerd. Zonder teveel van het titelverhaal te verklappen, vindt de protagonist van het titelverhaal, zichzelf helemaal niet monsterlijk, verre van. Ze heeft eindelijke vrede met wie ze is.
Deze tegenstelling komt vaker in dit boek terug. Het loopt niet noodzakelijk als een rode draad door het boek heen; daarvoor zijn de verhalen te gevarieerd. Maar het komt terug in verhalen als “Honger”, maar ook in “Club Bizarre”. Het overkoepelende thema is dan ook niet de inhoud van de verhalen, maar het soort horror dat hier ter tonele komt.
Dit is horror van het vreemde. Het ontastbare. Soms het absurde. Horror waar fantasie de vrije loop neemt. Zo lezen we een verhaal over een zombie die vecht met wat hij is geworden, tot het monsterlijke in hem het uiteindelijk wint. We lezen over een schip in de zestiende eeuw die letterlijk in Terra incognita (destijds een veel gebruikt woord op wereldkaarten die onbekende gebieden aanwees) verdwijnt. We lezen over de tunnels in Antwerpen die de vergankelijkheid van de stad weerspiegelen. En zo zou ik nog een aantal andere voorbeelden kunnen noemen. Dit zijn negentien verhalen. Niet allemaal noodzakelijk plot gedreven. Niet allemaal met een einde dat op je afkomt (soms zie je het einde aankomen). Het is niet noodzakelijk horror van de twists en de turns; maar horror van het onbegaanbare, met hier en daar een zweem van humor dat tevens in  prachtige proza wordt vertaald:
Zinnen zoals (en let op de beeldspraak, als de protagonist in de ondergronds tunnels van Antwerpen rondloopt en om zich heen kijkt):
De reusachtige keelgaten ademden de geur uit van verschaalde urine.
Of:
Hun voetstappen weerklonken wat verderop in de tunnel en stierven geleidelijk aan weg, om uiteindelijk te versmelten met het gedruppel van de stalactieten.
Of misschien mijn favoriete:
Was zijn laatste droom de droom teveel?
Deze laatste zin zegt misschien heel veel over de stijl en stroming waarin Tom Thys zich bevindt. Want zijn verhalen voelen dromerig. Hier loopt fantasie, gruwelijkheid en absurdisme door elkaar.
Dat er daardoor soms inhoudelijke tegenstrijdigheden optreden, kijk je overheen. In het verhaal Terra Incognita, dat in zestiende eeuw afspeelt, wordt over “dimensies” gesproken (pag. 147) in een tijd dat dit woord geen betekenis had. In het verhaal “Club Bizarre” dat over (BD)SM gaat, stelt de hoofdpersonage in dezelfde alinea, dat hij zijn seksualiteit accepteert, dat hij niet de enige sm-liefhebber is (en E.L. James heeft dit wel bewezen), maar noemt zijn handelingen tegelijkertijd “afwijkend” (pag. 255). Dat deze zelfde hoofdpersonage onder het liedje “I wanna be your Dog” van The Stooges naar Club Bizarre rijdt, is uiteraard weer vermakelijk en een geweldige referentie. De vraag die echter naar boven komt, vooral met betrekking tot het “afwijkende”, wat is de stem van de personage en wat is de stem van de auteur? Maar later hierover meer. Dit zijn allemaal slechts kanttekeningen, want je wordt in sommige verhalen meegezogen. Niet alleen door de verhalen zelf, maar ook de proza waar het op deint.
En dat deed me weer aan het titelverhaal denken en hoe monsterlijke schoonheid nog steeds schoonheid kan zijn.
Om de overkoepelende thema en de ketens die de verhalen aan elkaar verbindt, te begrijpen dienen we in het genre te duiken. Want er drong me tijdens het lezen van de verhalen iets tot me door. Iets wat ik ooit in een voorwoord, een blog of interview heb opgemerkt, namelijk dat “horror” en “griezel” als genre slechts een verzamelnaam is. Je kunt er bijna alles onder verstaan; er zijn verschillende stromingen. Van Slashers (zoals vertaald in films als Saw, Hostel etc.), die nauwelijks diepgang hebben maar vooral gericht zijn op schrikmomenten en het bloederige, tot aan de psychologische horror van Poe, maar ook in de eerste werken van Kafka (denk bijvoorbeeld aan zijn prachtige verhaal “In de strafkolonie”), waar de psyché van de personage centraal staan en waar een persoonlijke of maatschappelijke toedekking wordt ontbloot. (Als je films zou willen gebruiken om deze stroming uit te beelden denk dan aan The Exorcist, Angel Heart of The Exorcisme of Emliy Rose. The Exorcist omdat dit verhaal de ultieme inbraak van de individualiteit aantoont, wat eng is in de Westerse wereld, en Emily Rose omdat deze film meer over de scheidslijn tussen geloof en wetenschap gaat.)
En tussen deze twee uiteinden is er nog een derde variant die vele horror schrijvers geïnspireerd hebben. Ik denk dat de voorvader van deze stroming Lovecraft was. (Opnieuw denkend aan films als referentie zou je kunnen denken aan Re-animator.) Een schrijver (Lovecraft) die ook wel eens de voorvader van de “pulp” wordt genoemd. In mijn inzien een verkeerde benaming, want het lijkt dan alsof er geen diepgang in de verhalen zou bestaan, wat absoluut geen recht doet aan de verhalen die Lovecraft heeft geschreven. Bij hem ging het niet noodzakelijk om de psyché van de personage, niet zo obsessief zoals dat bij Poe het geval was. (Poe had in die zin, en je mag het bijna binnen dit genre niet benoemen, literaire aspiraties.) Bij Lovecraft ging het om een voorwerp of een monster; iets waardoor het gewoonlijke plotseling ongewoon aanvoelde.  Of zoals hij zelf in zijn boek Weird Tales aangaf: hij was geïnteresseerd dat menselijke regels en normen geen validiteit hebben in de grotere cosmos en dat hij de lezer met henzelf probeerde te confronteren vaak d.m.v. het occulte, het vreemde en het absurde; waardoor alles op zijn kop begon te staan. Of op een groter en abstracter niveau: hij probeerde ons te vertellen en ons te laten zien dat onze perceptie van de wereld en universum, slechts één perceptie van velen was. En dit was één van de redenen waarom hij veel gebruik maakte van dimensies en het occulte in zijn verhalen. Wat Tom Thys trouwens ook doet. Denk hier straks aan als je in de bundel Volmaakt Monster een verhaal leest waar de wereld plotseling alle kleur verliest. (Een geniale ingeving overigens van Tom Thys.)
Wat ik probeer te zeggen is dat de psyché en personage bij Lovecraft secundair waren aan het absurde, het vreemde en dit vreemde kon van alles zijn. Een object. Een voorwerp. Een afzichtelijk monster. Het ging Lovecraft er niet om, om iets van onszelf bloot te leggen of een maatschappelijk kritisch stuk te schrijven, maar meer de nietigheid weer te geven van wat we zijn.
Deze stroming binnen het genre heeft een golf van schrijvers teweeg gebracht, zowel bekend als onbekend, die allen door Lovecraft zijn geïnspireerd: de vroege werken van Robert McCammon bijvoorbeeld of Robert Campbell, Dennis Wheatly, James Herbert, Neil Gaiman zijn allen op hun manier door Lovecraft geraakt. Maar ook bekendere schrijvers, zoals King en Barker hebben een zweem van Lovecraft in hun verhalen verwerkt – hoewel ik denk dat King, als het gaat om personage ontwikkeling, zich meer onder Poe zou scharen. King heeft namelijk het talent om de meest afgrijselijke personages een stem te geven. Ook een reden waarom hij in zijn verhalen, zelfs zijn korte, zoveel tijd aan backstories/ achtergrondverhalen spendeert die als doel hebben de personage menselijker te maken. Lovecraft deed dit in mindere mate; hij was meer onderwerp i.p.v. personage gericht.
Maakt dit slechte horror? Nee. Is het pulp? Ook niet. Het is gewoonweg anders. Het is horror met een ander doel.
Uit het lijstje van Wheatly en Gaiman kunnen we nu dus een naam toevoegen: Tom Thys.
Dit drong steeds meer tot me door bij het lezen van het boek Volmaakt Monster: dit zijn Lovecraftiaanse verhalen waarbij het absurde, het onverwachte, en niet noodzakelijk de personage, centraal staan. En Thys doet dit goed. Hij neemt je mee naar onbekende gebieden waar niets is wat het lijkt; van een landhuis, naar ondergrondse tunnels en ver gelegen dorpen, waar het ongewone loerend op je wacht. Of naar een glijbaan die een beetje aan mijn glijbaan deed denken in mijn boek Zwarte muren, behalve dan dat mijn verhaal over een ontwrichte relatie en verlatingsangst ging, en de glijbaan van Tom Thys een stuk schrikwekkender is. Ik zou het zelfs, en ik zeg dit fluisterend, beter willen noemen.
Ik zal mijn stelling nog scherper stellen, en dit is stellig en een groot compliment: Tom Thys is misschien wel de Lovecraft in het Nederlandse taalgebied.
Maar toch, als ik het vanuit een medeschrijver standpunt bekijk en dan ligt er in mijn optiek een breekpunt in de personage ontwikkeling van de verhalen. Niet noodzakelijk dat Tom Thys geen tijd aan personages spendeert, dat doet hij wel, zij het summier, maar meer dat hij de gevolgtrekking van de personages niet volledig in de verhalen meeneemt. Zoals in het bovenstaande verhaal “Club Bizarre” (die overigens één van mijn favoriete verhalen is, omdat het me aan de vroege werken van Clive Barker deed denken) die dus over BDSM gaat, maar dan een gruwelijke vorm van BDSM. Het woord “afwijkend” en “pervers” spelen een belangrijke rol. Als het verhaal namelijk vanuit de perceptie van de personage is geschreven die zijn seksualiteit omhelst en accepteert zou hij het noch afwijkend of pervers noemen, voor hem is het dan de normaalste zaak; een verlenging van zichzelf. De vraag rijst: wiens stem horen we hier? Van de personage of de auteur? En dit bedoel ik met gevolgtrekking van de personages; het hoort hun beleveniswereld te zijn en hierdoor, door deze discrepanties, raakt de narratief verstoord. In dit verhaal is daar nog makkelijk over heen te stappen, omdat het zo goed geschreven is, het wordt echter prangender in verhalen als “Canavans laatste uitvinding” of “Het huis Knottnerus”.
In het eerste verhaal omdat het over een hulpverlener gaat die hulp aan een oude man biedt, maar als je het verhaal begint te lezen, en de personage begint te doorgronden, vraag je je op een gegeven moment af waarom de hoofdpersonage voor deze baan heeft gekozen. Hij schijnt het niet erg met de oude man van doen te hebben en schijnt ook niet hulp gericht te zijn. Dit kan, als het maar in het verhaal duidelijk wordt waarom. En dat laatste, omdat het verhaal meer onderwerp dan persoon gericht is, blijft de lezer in het ongewisse en mist het verhaal de diepgang die het met een extra alinea hier en daar verdient. De oude man had hem bijvoorbeeld aan zijn vader kunnen doen denken; wat het verhaal onmiddellijk een nieuwe laag had gegeven.
In het verhaal “Het huis Knottnerus” (geen Nederlandse achternaam overigens, maar ik voel hier een steek van Vlaamse humor naar Nederland), krijgen we te maken met godsdienstwaanzin. Op zodanige manier dat ik eerst dacht dat het verhaal drie eeuwen geleden afspeelde en ik het al vreemd vond dat er over “Nederland” werd gesproken en niet “De Republiek der Nederlanden” of “Der Zeven Provinciën”.  Totdat de hoofdpersonage plotseling benzine tevoorschijn haalt. Hoewel je door het verhaal wordt meegenomen, blijft op een gegeven moment de vraag komen: wat heeft deze man zo gemaakt? Dit is de Twintigste Eeuw en deze persoon houdt er wel – zelfs voor het katholicisme – zeer ouderwetse religieuze ideeën op na. Er is conservatief en conservatief, maar deze personage schijnt een tijd reis te hebben genomen terug naar de inquisitie. En juist door hier geen achtergrondverhaal aan te geven, de motieven van de personage te verduidelijken, zorgt er dus voor dat je nooit geheel in de hoofd van de personage kruipt. Het verhaal wordt niet zijn stem. Het blijft een aaneenschakeling van observaties en handelingen, hoewel het einde dan weer veel goed maakt.
Is dit erg: “ja” en “nee”. Ja, omdat het begrijpen van personages, vooral als deze buiten de marges vallen, van noodzakelijk belang is. Nee, omdat het precies past in de stroming waar Tom Thys in schrijft. Je wordt, door het onderwerp centraal te stellen, geconfronteerd met je eigen concepties en als dit het doel was, dan is Tom Thys op een Lovercraftiaanse manier met vlag en vaandel geslaagd.
Nu ben ik altijd voorzichtig met het geven van recensies van collegae. Omdat ik vind dat je a) de verplichting hebt om alles goed te onderbouwen, maar ook b) alles in de juiste context dient te plaatsen. Een recensent, zo schijnt de tendens soms te zijn, moet “fouten vinden”. Hoewel dit in mijn optiek niet zo hoeft te zijn. Soms kan een recensie ook informatief zijn i.p.v. kritisch. Of reflectief. Recensies en kritiek hoeven geen synoniemen van elkaar te zijn. En het is precies hier waar een recensie eindigt en een opinie stuk begint.
Zeg ik hierbij dat iedere kritische noten daarbij overbodig zijn? Nee. Ik stel alleen vast dat ook recensies begrensd zijn. Dat ze bijvoorbeeld niet de grenzen kunnen weergeven wat bij jou je hartslag doet kloppen en mij misschien niet raakt; vooral bij verhalenbundels. En hierachter ligt misschien wel een grotere observatie die naar de kern van iets groters en anders gaat; vooral in een samenleving waar het geven van kritiek, of het nu facebook, twitter of een onder een krantenartikel is, vaak ongecensureerd en niet gemotiveerd de boventoon voert. Namelijk dat we soms in de illusie leven dat een stem onder miljoenen er werkelijk iets toe doet.
En ik ken de argumenten, vooral nu, nu dit genre probeert open te breken en meer bekendheid probeert te krijgen en er alles aan doet om een gelijkwaardige stroming in de Vlaamse- en Nederlandse literatuur te worden. Een doelstelling die ik overigens ten harte onderstreep. Het is het aloude en algemene argument dat kritiek het genre doet verbeteren, het genre doet groeien, maar dit kan in mijn optiek alleen als recensies ook daadwerkelijk onderbouwde recensies zijn of in de context van het genre en de stromingen daarin worden geplaatst. Als dit niet zo is, kan een recensie namelijk ook een ander doel dienen. Soms zelfs een politiek doel. (En dan bedoel ik de politiek tussen schrijvers.) Die lijnrecht tegen het groeien van een genre ingaan. Dan neigt een recensie naar formulematig denken, het routerneren van conventies, het geloven dat a, b en c de enige juiste manieren zijn van schrijven. En op dat moment doet een recensie precies hetgeen wat het niet beoogt te doen; kunst van zuurstof ontnemen, nieuwe paden blokkeren, waardoor het genre zichzelf niet overstijgt.
De mening van één, wordt plotseling de mening van velen en deze wordt plotseling heilig verklaard.
En dat wil ik hier niet doen. Tom Thys heeft een specifieke benadering, schrijft in een andere stroming, een andere stijl, die opzettelijk met conventies en onze denkbeelden speelt. Hij beschikt over een fantastische en tevens gruwelijke verbeelding, waardoor de beperkingen die ik zie er feitelijk niet toe doen. Hij is minder personage gedreven en ik zou bijna willen zeggen so what? Dat maakt een genre juist levendig; dat er geen één pad, maar meerdere paden bestaan.
Ontkracht ik hierbij mijn eigen kritiek? Misschien. Maar misschien is dat ook nodig.
Deze bundel, zoals iedere andere bundel, heeft zijn krachtpunten en zijn tekortkomingen, en bundels zijn misschien het moeilijkst te recenseren (en misschien ook wel het moeilijkst te schrijven), omdat het geen één spanningsboog betreft, maar negentien spanningsbogen. Niet één personage, maar negentien personages. Niet één plot, maar negentien plots en het is onmogelijk dat alles je zal bekoren. Toch was ik geraakt door dit boek. Vooral de verhalen “Tunnel des doods”, “Droomloos” en “Club Bizarre” raakte me op een vreemde manier. Op een zodanige manier zelfs, dat ik bijna het gevoel had, dat als ik mijn ogen sloot, de geschreven woorden echt werden.
Tom Thys is een schrijver die zijn vak verstaat, die een specifieke stroming tot in de puntjes beheerst, een schrijver waarvan de schrijfsels het tot een type vorm van horror behoren die velen zullen aanspreken en bekoren. Het is niet altijd mijn soort horror. Maar ik leef dan ook niet in de illusie dat mijn soort horror heilig is of dat mijn stem onder miljoenen wordt verstaan.
Dus subjectief gezien, ja, ik had misschien hier en daar wat meer achtergrond (backstory) gewild. Ja, misschien had ik soms wat meer diepe in plaats van vlakke personages gehad en ja, soms, heel soms, hadden de motieven en thema’s in mijn gevoel wat dieper uitgewerkt kunnen worden. Maar dit zijn slechts kanttekeningen en subjectieve waarnemingen, waarbij ik iets ga onderbouwen wat niet bij deze stroming past.
Aan het einde van de rit, na alle “maar’s” en “komma’s”, blijft het gewoonweg een goed boek. Een eng boek. Een boek die je naar tunnels, zwarte stenen, mutanten, ouderschap en verval meeneemt. Een boek dat als je van horror houdt simpelweg gelezen dient te hebben en in je boekenkast dient te staan. Een boek die iedere fan van Lovecraft of Gaiman zou toejuichen.
Waarom? Omdat volmaakte schoonheid simpelweg niet bestaat. Omdat we de waarneming van de observant en de geobserveerde van elkaar dienen te scheiden. Maar vooral omdat het volmaakt monsterlijke misschien in de kern volmaakte schoonheid is.

Hebban.nl (door Tiemen Zwaan)

Het komt niet vaak voor, maar bij een van de verhalen uit de verhalenbundel Volmaakt Monster van Tom Thys moest ik letterlijk een paar seconden mijn hoofd afwenden. Dit zijn geen verhalen voor de tere ziel en Thys schept er genoegen in om de lezer nu en dan flink te shockeren met zijn verhalen over monsters, moordenaars en duistere magie. Toch wordt het vrijwel nergens vulgair; net zoals de grootmeester King weet Thys het gruwelijke in zijn verhalen elegant te verwerken. Griezelige verhalen die sfeervol zijn en waar monsters niet louter monsters zijn maar neergezet worden als complexe en gelaagde karakters.
De verhalen zelf zijn uiteenlopend van aard. Van mysterieuze moorden in de Antwerpse ondergrondse metro, naar de kille Barentszee in 1596, van een dystopische toekomst waar mutanten met bepaalde gaves als testobjecten door de regering worden gebruikt naar een medisch centrum waar een dokter een patient probeert te behandelen die niet meer kan dromen. Ook varieert Thys met de stijl en lengte van zijn verhalen waardoor je makkelijk een paar verhalen achter elkaar leest.
Wat de verhalen als thema gemeen hebben is het monsterlijke. Thys heeft een bijna Cronenbergiaanse fascinatie voor het menselijk lichaam, vooral een lichaam dat een weerzinwekkende transformatie doormaakt. Dit komt het sterkst naar voren in het eerste verhaal van de bundel, het gelijknamige Volmaakt Monster, waarin Agnes, een vrouw van middelbare leeftijd, na een kwallenbeet een gruwelijke metamorfose ondergaat. Thys beschrijft op bijna poetische wijze deze metamorfose en het zijn vooral de kleine details waarmee de lezer op bijna achteloze wijze aan het huiveren wordt gebracht.
Als schrijver loop je met horror het risico dat het geweldadige en monsterlijke overdreven aandoet. Wat huiveringwekkend had moeten zijn wordt al snel vulgair of zelfs onbedoeld komisch. Thys weet gelukkig met zijn verhalen deze valkuil kundig te omzeilen. Dat doet hij niet alleen door zich te richten op het monsterlijke, maar juist op de psychologie achter het monster. Bij Volmaakt Monster is de metamorfose ook een metafoor voor hoe Agnes accepteert dat haar lichaam, dat eens aantrekkelijk was, nu langzaam veroudert en haar glorie verliest. Dit maakt van Agnes paradoxaal genoeg een heel menselijk personage en dat maakt haar daad op de laatste bladzijde van het verhaal des te monsterlijker.
Bij een verhalenbundel zullen er altijd verhalen zijn die minder goed bevallen, maar over het algemeen is het niveau hoog bij Volmaakt Monster en de meeste verhalen hebben een intrigerend gegeven dat je snel de bladzijdes doet omslaan. Voor wie van intelligent geschreven korte horrorverhalen houdt, kan ik Volmaakt Monster van harte aanbevelen.

Dethriller.nl (door Wendy Koedoot)

Volmaakt monster van de Vlaamse auteur Tom Thys is een verhalenbundel met 19 verhalen waarin de schrijver de grenzen verkent van horror, science fiction, magisch realisme, zwartgallige humor en melancholie. Voor ieder wat wils, zo lijkt het. Maar is dit ook echt zo? Wij lazen Volmaakt monster.
In een van de verhalen maken we kennis met de menselijke Agnes, die een hele metamorfose ondergaat en zich transformeert tot een volmaakt monster. In een ander zien we een klein jongetje met een hele grote fantasie. En in weer een ander verhaal lezen we over een man met een bepaalde sexfantasie en een heldhaftige pastoor die strijdt tegen het kwaad. We komen in dit boek op plaatsen waar je nooit eerder geweest bent, zoals in de ondergrondse metrobuizen in Antwerpen waar het niet pluis is; op het dak van een wolkenkrabber in de futuristische stad Cytrica en zelfs op een schip in de Barentszzee in de 16de eeuw. Plaatsen waar je over kan dromen of waar je juist liever niet wilt zijn. Op de Zuidpool in de ijzige kou of juist in de verzengende woestijn van Australië. De verhalen die Volmaakt monster rijk is spelen zich zowel in het heden, in het verleden en in de toekomst af. En dus ja: voor ieder wat wils.
De verhalen zijn door de insteek en setting stuk voor stuk anders van sfeer: van griezelig/horror tot spannend en humoristisch. Bij de meeste verhalen kon ik de sfeer voelen en leefde ik mee met de hoofdpersoon, vooral met Agnes, Georgie en Uyuni. In sommige gevallen durf je bijna niet verder te lezen, zo gruwelijk goed is de sfeer omschreven. Elk verhaal heeft een bijzonder plot. Ook variëren ze in lengte, waardoor je al snel meerdere verhalen achter elkaar leest. Hoewel de verhalen niets met elkaar te maken hebben, krijg ik soms het idee dat ze op bepaalde manieren wel met elkaar verweven zijn.  En zoals het altijd is met dit soort bundels, zal het ene verhaal je beter bevallen dan het andere. Maar in het algemeen zijn de de verhalen erg goed opgebouwd en verteld.
Voor mensen die van verhalenbundels in de eerdergenoemde genres houden, is Volmaakt monster een aanrader. En voor mensen die dit niets lijkt, probeer eens een verhalenbundel. Wie weet vind je het wat!
De auteur Tom Thys (1983) is gefascineerd door het bovennatuurlijke, de duistere kant van de mens en… angst. Geen enkele emotie is volgens hem zo echt als angst. Zijn liefde voor het macabere is al op zeer jonge leeftijd ontstaan. Als klein jongetje nam zijn moeder hem vaak mee naar de videotheek. Om een tekenfilm uit te kiezen, zei ze dan, terwijl hij stiekem naar de griezelafdeling afdwaalde om zich daar te vergapen aan talrijke videohoezen van horrorfilms. Monsters met vlijmscherpe klauwen, grijnzende doodshoofden of kleurrijke tekeningen van zombies die tot op het bot weggerot waren, … het had iets magisch. Toen hij oud genoeg was om deze films ook daadwerkelijk te mogen zien, ging er een hele nieuwe wereld voor hem open. Op latere leeftijd is uit zijn passie voor film een andere passie ontstaan: schrijven. Eerst in de vorm van filmrecensies en een filmblog, maar gaandeweg ging hij ook zelf verhalen verzinnen. Inspiratie hiervoor haalt hij uit films, reizen naar onherbergzame oorden en de vele nachtmerries waardoor hij geplaagd wordt. Ondertussen worden de verhalen van Tom Thys regelmatig gepubliceerd in verhalenbundels, literaire tijdschriften en op diverse websites.

Boekenbijlage.nl (door Conny Schelvis)

De illustratie op de cover vond ik erg aantrekkelijk en maakte me nieuwsgierig genoeg om het boek te gaan lezen. Met het vooruitzicht om negentien verhalen te lezen die variëren van horror tot science fiction ben ik er eens goed voor gaan zitten. De verhalen wisselen niet alleen in omvang, sommige zijn slechts vier pagina’s andere veel langer, maar ook in schrijfstijl. Er zijn verhalen in dagboekvorm, verhalen met zwarte humor, zielige verhalen maar bovenal zijn ze alle onvoorspelbaar. Ongeacht hun lengte zijn de verhaallijnen kloppend en zit er een goed einde aan elke vertelling.
Mijn favoriete verhalen zijn: Volmaakt monster, Canavans laatste uitvinding, Tussenstop en De wondertoren. Allemaal heel apart en verrassend. Waarbij Volmaakt monster me deed denken aan de zwarte humor die je ook vindt in de vertellingen van Roald Dahl en Tussenstop me deed denken aan een bloederig Stephen King verhaal.
Desalniettemin heeft Thys een heel eigen stijl met soms wat Vlaamse uitdrukkingen die misschien wat onbekend in de oren klinken, maar niet storend zijn voor het verloop van het verhaal. Voor een ieder die zich graag laat verrassen, zich niet al te veel laat afschrikken als het verhaal wat luguber, grotesk of zelfs goor wordt, een aanrader en voor degene met een iets lagere gruwelgrens blijven er genoeg vertellingen in het boek over die de moeite waard zijn. Een boek met een groot gevarieerd aanbod van verhalen voor een breed publiek.

Banger Sisters (door Ilse Borst)

Negentien verschillende verhalen met allemaal hun eigen kracht. Het ene verhaal is ronduit ranzig waar het volgende verhaal een bloederig tintje heeft maar toch een mooie boodschap. Voor mensen met een zwakke maag is deze verhalen bundel zeker geen aanrader maar voor degene die wel van goor, luguber en bizar houden zeker een aanrader.
Het begint met het verhaal dat Volmaakt monster heet en gaat over een vrouw die totaal geobsedeerd raakt door kwallen en ook zo wil leven, dit levert een uiterst ranzig en totaal onrealistisch verhaal op.
Het boek eindigt met een verhaal van een meisje dat leven opzuigt van alles dat leeft wanneer ze het aanraakt en uit haar acht jarig durende glazen kubus gered word door een jongen en dat is dan weer een heel bizar verhaal (op een mooie manier) dat toch ook wel emotioneel bestempelt mag worden. Zo verschillen alle negentien verhalen van elkaar, het ene verhaal zal je meer aanspreken dan het andere verhaal maar elk hebben ze hun eigen kracht en charme ook al is die charme soms moeilijk te vinden of te verklaren.
De cover is ontzettend mooi en spreek zeker aan wanneer je hem in de boekwinkel ziet staan. Deze verhalen bundel is zeer zeker zijn titel waard, volmaakt door de goede verhalen en een monster door de inhoud van sommige verhalen(In de goede zin van het woord) 

Leestafel.info (door Marjo van Turnhout)

Bijna twintig verhalen, met allemaal een zweem – of meer dan een zweem  - van sinistere praktijken, onoirbare zaken of magische wonderen. Sommige spelen zich ook af in regionen waar je je als eerzaam burger liever niet waagt:  onherbergzame binnenlanden van Australië, achterbuurten van onbekende zuidelijke steden of afgelegen landhuizen, zelfs als die zich in Vlaamse streken bevinden.
Maar soms ook spelen de ogenschijnlijk normale gebeurtenissen zich af in huizen of boerderijen waar je als onschuldig toeschouwer overvallen kan worden. Kortom, bij Tom Thys ben je nergens veilig.
Het titelverhaal gaat over een oudere eenzame vrouw, die wat ze zelf noemt een ‘onbenullig leventje’ leidt. Een kwallenbeet heeft onvoorziene gevolgen, maar de pijn bij haar oksel vergeet ze al snel. Terecht?
’Kwallen waren ingenieuze dingen. Glibberig en onpersoonlijk, een beetje als gelei, maar tegelijkertijd toch venijnig. Ze hadden geen beenderen, dus konden niets breken. Bovendien hadden ze een gracieuze manier van bewegen. Ze dansten als een jojo. Agnes bedacht zich dat ze er niets op tegen zou hebben om zo’n ding te zijn.’
Moet ik vertellen wat er gebeurt?
Zoals in meer verhalen heb je al lezende wel enig idee wat er gaat gebeuren – hoewel dat niet altijd klopt! -  maar het draait in deze verhalen meer om de manier waarop dat gebeurt.
De wraak van het ‘kunstwerk’ is een meesterlijk verhaal. Dat over de doos waar je alles, maar eigenlijk niets in kunt bewaren doet er niet voor onder en je griezelt bij het verhaal over het gaatjes veroorzakende virus in de Antwerpse metro.
En lees over de magie van Canterbury en over de brave pastoor die het kwaad wil bestrijden maar zich zo een toegang verschaft naar de hel...
Iedere lezer zal zo zijn voorkeur hebben, er zullen er zeker zijn die smullen van het verhaal over de verstopte gootsteen!
Persoonlijk vind ik de dagboekfragmenten van de ontdekkingsreiziger minder sterk, maar geniet dan weer van het verhaal met elementen uit ‘de Schone en het Beest’ zoals dat over Pippa en Glogov, of van het Blauwbaardverhaal, over die ene kamer die verboden is.
In deze bundel vind je elementen terug uit de  verhalen van Stephen King, Clive Barker of Lovecraft: horror en sciencefiction. Voor elk wat wils dus.
De omslag is zeer fraai en opvallend, de verhalen - toch de meeste! - smaken naar meer. 

Zon en Maan (door Emmy van Ruijven)

Een tijdje terug ontving ik van Tom Thys een mailtje met het verzoek of ik zijn boek wilde lezen. Na wat research gedaan te hebben en intrigeert te zijn door de gave kaft, besloot ik toe te zeggen. Ik was erg benieuwd of deze verzameling met korte verhalen mijn haat-liefdesverhouding met dit soort boeken zou verbeteren.
Het boek bevat een groot aantal verhalen die uiteenlopen tussen bizar, vreemd, eng, goor en spannend. Het schiet echt alle kanten op. Dit zorgt er voor dat er voor iedereen wel een verhaal tussen zit dat je aanspreekt. Ik had dit ook; sommige verhalen deden me helemaal niks, andere verhalen vond ik echt fantastisch. Lekker spannend of lekker goor. Ja, ik waardeer Tom’s keuze voor gore stukken. Dat mag wel in dit boek.
Ergens denk ik dat je dit boek wel kan vergelijken met de verhalenbundels van Neil Gaiman; ze bevatten ergens dezelfde vervreemde realiteit. Ik kan dat wel waarderen omdat ik een groot fan ben van Gaiman.
Wel merkte ik duidelijk dat – als ik een verhaaltje minder leuk vond – ik minder gemotiveerd raakte om door te lezen in een ander verhaaltje. Bang voor meer teleurstelling misschien? Soms werd in dan verrast en was het juist fantastisch… Tja, die haat-liefdesverhouding blijft bestaan: verhalenbundels zijn gewoon minder mijn ding! Liever een verhaal waarin ik langer kan vertoeven.
Alles leest prettig weg, zij het dat er soms wel erg veel Vlaams taalgebruik is. Dit verschilt enorm per verhaaltje.. Eigenlijk zit er best een wisselende kwaliteit tussen de verhalen. Toch is het over het algemeen een erg leuk boekje, wat ik zeker aan wil raden aan iedereen die wel houdt van absurde verhalen (met hier en daar wat gore dingen).
Verder zit alles goed in elkaar en worden de verhalen goed afgewisseld. Voorin zit een handige inhoudsopgave. Mijn favoriet? Ik denk ‘De Dag dat ik Gelukkig werd’. Dit was ZO bizar en griezelig. Heerlijk. Ook Tussenstop. Brrrr.
Wat leer ik hier nou van? Voortaan moet ik zo’n boek echt in stukjes gaan lezen. Steeds een verhaaltje per keer, zodat ik meer tijd heb iets te laten bezinken!